Na de dood van de Hongaarse koning, die geen nakomelingen had, waardoor de dynastie van Arpad ten einde kwam, maakte Wenceslas II van Bohemen zich meester van de Hongaarse troon. Daarmee begon een langdurige opvolgingsoorlog (tot 1308) waaraan ook Otto von Wittelsbach en Karel van Anjou deelnamen. Paus Bonifatius VIII stuurde Karel van Valois naar Florence om te bemiddelen in de burgeroorlog tussen "Zwarten" en "Witten." Dante Alighieri werd samen met de andere leiders van de "Witten" uit de stad verbannen. In de Slag bij Baphaeon (in Anatolië) haalde de Turkse aanvoerder Osman Gazi een overwinning op het Byzantijnse leger.
Toelichting