Nadat hij zijn neefjes (Manuel en Alexius) had laten vermoorden werd Andronicus Comnenus Keizer van Byzantium. In dat jaar kwam ook de haat tegen de buitenlandse aanwezigheid in Constantinopel tot een gewelddadige uitbarsting. Talloze Venetiaanse, Normandische en andere Rooms-Katholieke vreemdelingen werden vermoord. Keizer Frederik Barbarossa en de Noord-Italiaanse steden sloten het verdrag van Konstanz, waarbij de keizer in feite het zelfbestuur van de steden erkende in ruil voor de aanvaarding van zijn keizerlijke oppergezag. Vorst Stefan Nemanja van Servië begon met de verovering van achtereenvolgens Dalmatië, Herzegovina, Montenegro en een deel van de Donau-oevers. De verovering duurde tot 1190.
Toelichting