Japan had behoefte aan rijst, olie en delfstoffen. Japan dwong de Indonesische bevolking tot arbeid, militaire diensten, verplichte oogstleveranties en verbouw van gewassen. Het Indonesisch bestuur werkte hieraan mee. In oktober volgde de oprichting van de Pembela Tanah Air/Peta (Beschermers van het Vaderland) een vrijwilligersleger bedoeld als guerrillaleger tegen een eventuele geallieerde invasie. Veel van de officieren kwamen uit het KNIL. Onder de bevolking nam de haat tegen de bezetter toe en groeide het nationalisme. In maart ontstond de Pusat Tenaga Rakyat/Putera, een politieke adviesraad onder Japans toezicht, waarvan Sukarno voorzitter werd en waar ook Mohammed Hatta en Ki Hadjar Dewantoro deel van uit maakten.
Toelichting